Elke foto kan ongewenste elementen bevatten – of het nu storende objecten zijn, zoals mensen, afleidingen van objecten of kleine krassen op oppervlakken. Deze verstorende factoren kunnen de algehele indruk van een afbeelding aanzienlijk verminderen. Met Affinity Photo heb je een krachtig hulpmiddel bij de hand dat je helpt deze storingen snel en efficiënt te verwijderen. Laten we samen de stappen doornemen die je nodig hebt om je afbeelding te optimaliseren en deze ongewenste elementen kwijt te raken.
Belangrijkste bevindingen
- Affinity Photo biedt verschillende hulpmiddelen om storende afbeeldingsobjecten en krassen te verwijderen.
- Efficiënt werken is mogelijk door basis technieken toe te passen, zoals selecteren, herstellen en repareren.
- De kwaliteit van de bewerking hangt sterk af van de selectietechniek en het vaardig gebruik van de gereedschappen.
Stapsgewijze handleiding
1. Selectie van het storende object
Begin met het openen van de afbeelding waarvan je een storend object wilt verwijderen in Affinity Photo. Ga naar het lagenpaneel en selecteer de achtergrondlaag. Om ervoor te zorgen dat je niet destructief werkt, maak je een kopie van deze laag. Dit doe je door de toetsen “Strg” en “J” in te drukken en de nieuwe laag een naam te geven, bijvoorbeeld “Landschap”. Nu heb je een veilige werkruimte voor je bewerking.

2. Gebruik van het Lasso-gereedschap
Activeer het Lasso-gereedschap of het Vrije selectiegereedschap en trek een selectie rond het storende object. Zorg ervoor dat je iets meer oppervlakte selecteert dan het object zelf. Dit is belangrijk om ervoor te zorgen dat de volgende bewerkingsstappen optimale resultaten opleveren. Kies een punt waar je de selectie wilt starten en houd de linkermuisknop ingedrukt terwijl je de selectie rond het object trekt.
3. Herstellen van het geselecteerde gebied
Met de actieve selectie kun je nu het Herstellen-gereedschap van Affinity Photo gebruiken. Ga naar “Bewerken” en kies de optie “Herstellen”. Alternatief kun je ook de sneltoets “Alt + Backspace” gebruiken. Op deze manier wordt het geselecteerde gebied gevuld met informatie uit de omgeving, zodat het object naadloos uit de afbeelding wordt verwijderd.
4. Controle van de resultaten
Na het toepassen van de Herstellen-functie is het belangrijk om de resultaten te controleren. Verwijder de selectie met “Strg + D” en bekijk de afbeelding. Let op of de bewerkte gebieden natuurlijk lijken. Als je onvolkomenheden opmerkt, kun je overwegen de selectie aan te passen of het Herstellen opnieuw uit te voeren.
5. Toepassing van het Vlekkenverwijder-gereedschap
Als het Herstellen niet alle krassen of ongewenste vlekken heeft verwijderd, kun je het Vlekkenverwijder-gereedschap gebruiken. Kies dit gereedschap uit de gereedschapgroep in de zijbalk. Net als eerder trek je een selectie rond de vlek of kras die je wilt verwijderen. Klik vervolgens op een gebied van de afbeelding in de buurt om de selectie te maken.
6. Bewerking van de vlekken
Voordat je de bewerking uitvoert, test je de grootte van de selectie en pas je deze aan via de blauwe handvatten. Wanneer je tevreden bent met de selectie, dubbelklik je buiten de selectie om deze toe te passen. Zorg ervoor dat je bij het herstellen erop let dat gebieden zich niet te veel herhalen. Kies verschillende gebieden om een natuurlijker uiterlijk te verkrijgen.
7. Fijnwerk met het Herstellen-gereedschap
Ga nu naar je afbeelding en zoom opnieuw in om precies te zien welke gebieden je nog wilt herstellen. Activeer opnieuw het Herstellen-gereedschap en werk op een nieuwe lege laag die je toevoegt. Dit stelt je in staat om niet-destructief te werken. Zet de optie op “Huidige laag in huidige laag” en begin met het overschilderen van de ongewenste gebieden.

8. Correcties en aanpassingen
Bij het werken met het Herstellen-gereedschap is het voordelig om buiten het gebied te schilderen. Dit geeft het gereedschap meer ruimte om met omgevingsinformatie te werken. Toegang tot het Weergave-gereedschap krijg je door de spatiebalk in te drukken. Beweeg de afbeelding om de plekken te vinden die bewerking behoeven.
9. Eindcontrole
Bekijk de bewerkte afbeelding als geheel. Controleer desgewenst opnieuw de randen en hoeken van de bewerkte gebieden. Er kunnen plekken zijn die opvallen bij vergroting of gedetailleerd bekijken. Gebruik de gereedschappen doelgericht om laatste correcties aan te brengen en de afbeelding te perfectioneren.

Samenvatting - Afbeeldingsobjecten en krassen efficiënt verwijderen
Met de juiste hulpmiddelen en technieken in Affinity Photo kun je ongewenste afbeeldingsobjecten en krassen doelgericht en snel verwijderen. Zorg ervoor dat je altijd op een nieuwe laag werkt om een optimaal resultaat te behalen. De sleutel tot succes ligt in de nauwkeurige selectie en het vaardig gebruik van de hersteltools.
Veelgestelde vragen
Hoe verwijder ik storende objecten in Affinity Photo?Gebruik het Lasso-gereedschap om het object te selecteren en pas het Herstellen-gereedschap toe.
Wat is de beste methode om krassen te verwijderen?Gebruik het Herstellen-gereedschap of het Vlekkenverwijder-gereedschap voor een effectieve bewerking.
Kunt het verwijderen van objecten de beeldkwaliteit aantasten?Als je zorgvuldig werkt en de gereedschappen correct gebruikt, zou de beeldkwaliteit behouden moeten blijven.
Waar moet ik op letten bij het selecteren?Selecteer altijd iets meer dan het daadwerkelijke object en zorg ervoor dat de randen natuurlijk lijken.
Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik niet destructief werk?Werk altijd op een kopie van de achtergrondlaag of in een nieuwe laag.