Als je effectief wilt werken met Adobe InDesign, hangt het vaak af van hoe objecten in je tekststroom zijn ingebed. Een geankerd object betekent dat het dynamisch met de tekst wordt gekoppeld en zich overeenkomstig verplaatst wanneer je de tekst wijzigt. Dit is vooral belangrijk als je een eBook wilt maken van je InDesign-bestand, want zo blijft de integriteit en lay-out van je tekst behouden. In deze gids leer je alles wat je moet weten over geankerde objecten en hoe je ze optimaal kunt gebruiken in je projecten.
Belangrijkste inzichten
- Geankerde objecten zijn geïntegreerd in de tekststroom en bewegen mee met de tekst.
- Er zijn verschillende manieren om objecten te verankeren, afhankelijk van je behoeften.
- Aangepaste positioneringen bieden je de grootste flexibiliteit en controle over de lay-out.
- Het inschakelen van de tekstkoppeling vergemakkelijkt het werken met geankerde objecten.
Stap-voor-stap handleiding
Begin met het plaatsen van een afbeelding direct in je tekst. Dit gebeurt normaal gesproken door een afbeelding in je documentgebied te slepen. Zodra je deze hebt geladen, wordt er automatisch een geankerd object gemaakt. Geankerde objecten lijken in het begin vaak wat rommelig, maar je kunt ze snel aanpassen. Als je de afbeelding in de juiste grootte nodig hebt, houd je de Ctrl- en Shift-toets ingedrukt om proportioneel vergroten of verkleinen te waarborgen.

Nadat je afbeelding nu in de tekst is geankerd, zal deze automatisch met de tekst meeveren. Dit betekent dat wanneer je tekst toevoegt of wijzigt, de afbeelding op de beoogde plaats blijft. Om de afbeelding dienovereenkomstig aan te passen, kun je aanpassingen maken in de instellingen voor geankerde objecten. Het snelste bereik je dit door met de rechtermuisknop op de afbeelding te klikken of door het menu-item "Object" in de menubalk te gebruiken.

In de opties voor het geankerde object heb je verschillende instellingen tot je beschikking. Standaard is de instelling “Ingebed” geactiveerd. Dit betekent dat de afbeelding als een teken in de tekst wordt behandeld en in de tekststroom is geïntegreerd. Hier kun je ook de mogelijkheid benutten om de afbeelding iets omhoog of omlaag te verschuiven, wat bijzonder handig is voor kleine grafische elementen. Om een nettere weergave te verkrijgen, is het aan te raden om de afbeelding “boven regel” te plaatsen. Dit behandelt de afbeelding als een eigen regel in de tekst.

Zodra je de afbeelding boven regel hebt geankerd, kun je de uitlijning instellen. Je hebt de keuze uit verschillende opties zoals gecentreerd, rechts of links. Deze instelling zorgt ervoor dat de afbeelding zich gedraagt overeenkomstig de tekstuitlijning die in je alinea-opmaak is gedefinieerd. Daarnaast kun je een bepaalde ruimte voor en na het object definiëren om de lay-out verder te verfijnen. Als je de handmatige positionering deactiveert, wordt de afbeelding stevig op de gekozen plaats verankerd en kan deze niet meer worden verplaatst.
Een ander nuttig aspect is de aangepaste instelling voor geankerde objecten. Deze optie stelt je in staat om het referentiepunt voor de plaatsing van het object vast te stellen. Je kunt kiezen of de afbeelding moet worden georiënteerd aan de bovenste linkerkant van het tekstkader of bijvoorbeeld aan de pagina-zoom. Dit geeft je meer controle over de exacte plaatsing. Een aanpassing van de offset stelt je ook in staat om de afbeelding nog verder te verschuiven, indien nodig.

Beslis ook of je wilt dat je object niet buiten het tekstkader kan worden verplaatst. Vaak is het voordelig om deze functie uit te schakelen, zodat je meer flexibiliteit hebt om de afbeelding eventueel lager in de lay-out te positioneren. Ook bij de handmatige aanpassing van de positie blijft het object echter nog steeds met de tekst verbonden. Als je nu tekst invoegt, zul je zien dat je afbeelding precies daar blijft waar je deze hebt geplaatst, wat bijzonder belangrijk is voor de consistentie van je ontwerp.

Wanneer je werkt met tekstkoppelingen of meerdere geankerde objecten gebruikt, is het raadzaam om de weergave van de tekstkoppeling in te schakelen, om een beter begrip van de vloeiende tekst te krijgen. Zo kun je precies zien waar het tekstkader eindigt en waar de tekst verdergaat. Heb je de afbeelding bijvoorbeeld op een bepaalde positie op de pagina geplaatst, dan blijft deze op de tekstlocatie verankerd, ongeacht hoe vaak de tekst zelf verandert.

Alle instellingen die je voor je geankerde objecten maakt, kun je opslaan in formaten. Ga daarvoor naar "Venster", kies "Formaten" en vervolgens "Objectformaten". Hier kun je je opmaakvenster openen en een geschikt vooraf gedefinieerd objectformaat kiezen. Als je een afbeelding in de tekst wilt verankeren, is het aan te raden om in de tekstmodus te werken. Plaats een afbeelding gewoon op de gewenste plaats in de tekst, en deze wordt automatisch daar verankerd.

Als je een afbeelding liever in de vrije ruimte plaatst, kun je deze na het kopiëren naar het klembord eenvoudig op de gewenste plaats plakken. De afbeelding wordt dan zo geplaatst dat deze met de tekst is verbonden. Zorg ervoor dat je op de plaats waar de afbeelding is, de bijbehorende opmaak toepast, zodat deze altijd op de juiste plek blijft. Plaats de benodigde afbeeldingen ook in randgebieden om ervoor te zorgen dat ze bij het wisselen van pagina's ofwel in de snede ofwel op de volgende pagina correct volgen.

Het invoegen en verankeren van afbeeldingen gebeurt meestal met behulp van een speciaal gereedschap - de kleine blauwe doos. Dit werd geïntroduceerd in InDesign CS5.5 en helpt je om de afbeelding naar de beoogde plaats te slepen en deze automatisch te verankeren. Je zult ook een lijn zien die de verankering aangeeft, als je deze weergave hebt ingeschakeld. Via de opties kun je vervolgens altijd controleren hoe de verankering is ingesteld en of je de juiste positioneringen hebt.

Samenvatting
Het gebruik van geankerde objecten in Adobe InDesign biedt je veel voordelen in het lay-outproces. Je grafieken en teksten blijven dynamisch verbonden, wat je helpt de controle over je ontwerp te behouden. Met diverse plaatsings- en aanpassingsopties kun je nauwkeurig werken en ervoor zorgen dat je ontwerpen er zowel in print als in digitaal formaat aantrekkelijk uitzien.
Veelgestelde vragen
Wat zijn geankerde objecten in Adobe InDesign?Geankerde objecten zijn grafieken of afbeeldingen die zijn geïntegreerd in de tekststroom en zich verplaatsen bij het bewerken van de tekst.
Hoe plaats ik een afbeelding als geankerd object?Je plaatst eenvoudig een afbeelding in het tekstgebied, en deze wordt automatisch als een geankerd object behandeld.
Kan ik de positie van een geankerd object aanpassen?Ja, je kunt de positie en uitlijning van het geankerde object aanpassen via de instellingen voor geankerde objecten.
Wat gebeurt er met geankerde objecten als de tekst wordt gewijzigd?De objecten blijven op hun positie in de tekst verankerd en bewegen automatisch mee met de tekst.
Kan ik het formaat van een geankerd object opslaan?Ja, je kunt alle instellingen voor een geankerd object opslaan als objectformaat en later opnieuw gebruiken.