Op het gebied van objectgeoriënteerd programmeren zijn er enkele gevestigde concepten die helpen de toegang tot de eigenschappen van objecten te beheren. Een van deze centrale aspecten zijn Getters en Setters. In Python wordt dit concept echter niet op dezelfde manier geïmplementeerd als in andere objectgeoriënteerde talen. In deze handleiding leer je hoe je Getters en Setters in Python effectiever kunt gebruiken om de toegang tot de eigenschappen van jouw klassen te beheersen.
Belangrijkste bevindingen
- Getters en Setters zijn methoden die de toegang tot eigenschappen controleren.
- In Python is er een elegante manier om Getters en Setters te implementeren met de @property-decorator.
- Het gebruik van aangepaste naamconventies helpt om interne en openbare eigenschappen duidelijk te onderscheiden.
- De Python-conventie voor toegangmodifiers verschilt van andere talen.
Stapsgewijze handleiding
Stap 1: Maak een klasse met eigenschappen
Begin met het definiëren van een eenvoudige klasse. Stel dat je een klasse Persoon wilt maken, die een naam als attribuut heeft. Daarbij wordt de naam in de initializer als een private eigenschap opgeslagen.

Hier wordt _name als een interne eigenschap gedeclareerd, waarbij het underscore-prefix aangeeft dat het om een private variabele gaat.
Stap 2: Voeg een Getter toe
Om de toegang tot de interne eigenschap naam te realiseren, voeg je een getter-methode toe. Deze methode retourneert de huidige waarde van de naam.

Stap 3: Voeg een Setter toe
Nu voegen we een setter-methode toe, zodat de naam van de persoon kan worden gewijzigd. De setter stelt je in staat om nieuwe waarden voor de interne eigenschap in te stellen.

Stap 4: Gebruik @property
In Python is het omgaan met eigenschappen nog eleganter wanneer je de @property-decorator gebruikt. Hiermee kun je Getters en Setters direct in de klasse definiëren, zonder aparte methoden te hoeven maken.

Stap 5: Omgaan met niet-openbare eigenschappen
Om ervoor te zorgen dat de interne eigenschap niet direct van buitenaf toegankelijk is, kun je het prefix __ gebruiken om de eigenschap nog sterker te kapselen. Deze aanpak zorgt ervoor dat de toegang uitsluitend via de Getter- en Setter-methoden verloopt.

Met deze implementatie wordt ervoor gezorgd dat er niet van buitenaf op __name kan worden ingegrepen.
Samenvatting - Getters en Setters in Python
In deze handleiding heb je geleerd hoe je Getters en Setters in Python effectief kunt implementeren om de toegang tot objectvariabelen te beheren. Daarbij heb je de toepassing van @property leren kennen, wat de code overzichtelijker en idiomatischer maakt. Door eigenschappen te kapselen met een dubbele underscore kun je ervoor zorgen dat interne variabelen worden beschermd tegen ongeoorloofde toegang.
Veelgestelde vragen
Wat zijn Getters en Setters in Python?Getters en Setters zijn methoden die de toegang tot de eigenschappen van een klasse beheren en mogelijk maken.
Hoe implementeer ik Getters en Setters in Python?Je kunt Getters en Setters implementeren met behulp van methoden of de @property-decorator.
Wat is het voordeel van @property?De @property-decorator maakt een elegante en intuïtieve toegang tot attributen mogelijk, zonder aparte methoden te hoeven implementeren.
Waarom moeten eigenschappen in Python niet direct toegankelijk zijn?Directe toegang kan leiden tot onverwacht gedrag en de integriteit van objectgegevens in gevaar brengen, daarom is het beter om de toegang te beheersen.
Wat betekent het om een eigenschap als "privé" te markeren?Een privé-eigenschap wordt aangeduid door een underscore (_) of dubbele underscore (__) eraan toe te voegen, om aan te geven dat deze niet direct van buitenaf toegankelijk zou moeten zijn.